Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 3

[Heijningen, Hendrik van]

HEIJNINGEN (Hendrik van), geb. te Oostzaan 22 Oct. 1787; overl. 4 Febr. 1851 te Meppel, waar hij predikant was, nadat hij eerst te Langerak, voorts te Rijswijk had gestaan en ook legerpredikant in België was geweest Hij was lid van classikaal en provinciaal bestuur. Ook kwam zijn naam

[p. 588]

op het tweetal voor een professoraat te Franeker voor.

Hij deed tal van populaire schriftverklaringen of bijbeloefeningen, het N.T. betreffende, het licht zien. Voorts Bijbelsch handboek voor alle Christenen om den bijbel met nut te gebruiken (Delft, 1822); Handboek der bijbelsche geschiedenis, met platen (den Haag en Rotterdam 1832); Opgave van de geloofs- en zedeleer van Paulus (1817); Tafereelen uit de geschiedenis der christelijke kerk; Beknopt samenstel der christelijke zedeleer voor de jeugd (Delft, 1825); Leerredenen (Rotterdam, 1827); De gemoedsgesteldheid van David (den Haag), 1826); Abraham den christenen ter navolging voorgesteld; Lessen der wijsheid uit de Romeinsche geschiedenis; (1820); Zes voorlezingen in Diligentia te 's Gravenhage.

Hij was gehuwd met Wilhelmina Gerardina Kits.

Zie: Glasius, Godgel. Nederland II, 97.

Herderscheê