Verschillende geschriften zagen van zijne hand het licht: bijdragen in de Algem. Konst- en Letterbode (1845-47) en in het Driemaandelijksch tijdschrift voor Onderwijs, waarvan hij van 1864-69 met Neurdenburg, Rauwenhoff, Delfos, Molenbroek e.a. redacteur was. Verder redigeerde hij het Ned. Jaarboek der Posterijen (1849-72) en schreef hij een Aardrijkskundig woordenboek v. Nederland (1854; 3de dr. 1873). Met P. Görlitz bewerkte hij voor ons land prof. Niemeijer's Grondbeginselen van de Opvoeding en het Onderwijs (1854-63; 3 dln.), waarvan in 1864 een kleinere uitgave door hem bezorgd werd. Eindelijk schreef hij: De waarheid ligt in 't midden. Gedachten over Onderwijs (1875) en Afgeperste verdediging (1877), terwijl hij in Kleef, waar hij zijn laatste levensjaren doorbracht, onder den naam Kleefsch Hollander een Gids van die stad schreef, met een Geschiedkundig overzicht ervan.
S. Gille Heringa was gehuwd, sedert 1840, met Sophie Hagedoorn uit Amsterdam, die hem vier kinderen (3 zoons en een dochter) schonk.
Zuidema