[Haas, Gerardus de]
HAAS (Gerardus de), geb. te IJzendoorn 13 Sept., ged. ald. 15 Sept. 1737, overl. te Amsterdam 9 Dec. 1817 ‘zachtkens ontslapen’, meer dan 80 jaren oud. Hij studeerde te Utrecht, staat ald. als student ingeschreven 1761, en promoveerde ald. tot Doctor in de godgeleerdheid. Hij was achtereenvolgens predikant te Scherpenzeel (Sept. 1762), Amersfoort (1763) en Middelburg (9 Mei 1773), waar hij in de Bogardstraat ging wonen. In 1778 kreeg hij een beroep naar Delft waarvoor hij bedankte. Dientengevolge komt hij in de stadsrekening van Middelburg 9 Jan. 1779 (1778) voor als ontvangen hebbende £ 133:6:8, de gewone douceur wegens het ‘declineren’ van een beroep. Een paar jaar later, 1781, nam hij echter het beroep naar Amsterdam aan en predikte 27 Mei van dat jaar zijn afscheid te Middelburg.
Hij was een waar studie-man en behoorde tot de knapste predikanten van dien tijd. Hij was in het dagelijksche leven somwijlen afgetrokken, waardoor men van hem de gewone anekdoten vertelde.
Zijn geschriften doen hem kennen als een man die vóór alles verklaring zocht. Van hem zijn bekend: Aanmerkingen over het zevende boek der Godspraken van Jesaia (Utr. z.j. (1773) 8o; herdrukt ald. 1780. 8o); Praktikaal vertoog aangaande de uitnemendheid van de leer der verzoening, vervat in eene verhandeling over den XXII Psalm (Middelb. 1779, 8o. 2de druk); Akademische redevoeringen (Amst. 1788 8o); Het vijfde en drie volgende hoofdstukken uit Paulus brief aan de Romeinen verklaard (Amst. 1789-1793. 8o. 3 dln.); Verhandeling over de toekomende wereld (Amst. 1798. 8o); Over de openbaring van Johannes van een boek voor het verstand en hart (1807. 8o.); Het XV hoofdstuk van Paulus eersten brief aan de Korinthers (Amst. 1818. 8o met portret).
Ook eindigde hij het werk, begonnen door G.J. Nahuis, getiteld Over den brief van Paulus aan de Philippensen (Amst. 1773 8o 3 dln.).
Ook als dichter deed de Haas zich kennen in Dichttafereel van het goddelijk gericht ten jongste dage (Amst. 1818, 3de druk).
In de Zelandia Illustrata komt een afbeelding van hem voor met een vers van hem zelven; dit portret werd geschilderd door J.C. Meertens en gegraveerd door Rein. Vinkeles.
Zie: Stadsrekeningen Middelburg (1778-1779); Nagtglas, Levensbericht. v. Zeeuwen I, 316; Zelandia Illustrata I, 291; Boekzaal 1817, I.
de Waal