[Fockesz, Barent]
FOCKESZ (Barent), Fries van geboorte, had de O.-I.C. reeds een twintigtal jaren gediend, toen hij in 1676 met de ‘Kroonvogel’ thuisvoer. Hij stelde voor, een galjoot te doen bouwen, die voor verschillende doeleinden zoude kunnen dienen, zooals het kruisen op de retourvloot, het voorzeilen bij uitgaande schepen, het overbrengen van dépêches zoowel naar de Kaap als naar O.I. enz. en hem daarop op een vast traktement te laten dienen. De bewindhebbers keurden dit goed en reeds 3 November van het volgende jaar bracht hij gewichtige stukken aan de indische regeering over met de ‘Snobber’, waarmede hij de reis naar Batavia in 5 maanden en acht dagen volbracht. Ter gedachtenis hieraan werd een houten standbeeld van hem in friesche kleederdracht, op het eiland Kuiper (Poeloe Boerong) nabij Onrust opgericht, maar dat in 1806 door de Engelschen vernield is. De terugreis was nog voorspoediger; 10 Mei 1679 kwam hij via Ceilon ter reede Texel aan met een brief, dd. 21 Dec. te voren, van den gouverneur-generaal van Goens en raden van Indië. Daar hij minstens twintig jaren lang voor het toezicht op het bouwen van en als kapitein op snelvarende schepen door de O.-I.C. is gebruikt en vermoedelijk door zijne gelukkige reizen veel naijver heeft opgewekt, is hij de legendarische ‘Vliegende Hollander’ geworden, die o.a. als onderwerp voor Richard Wagner's Opera heeft gediend.
Zie: P.A. Leupe, Barent Fockesz (1676-1702) in Tijdschrift voor T.L.V.v.N.I. 2, II, 371-377 (1859).
Mulert