[Egmond, Wouter I van]
EGMOND (Wouter I van), bewijsbare stamvader van het bekende geslacht, overl. 1208 en in de kerk te Egmond begraven. Hij speelde een rol in den loonschen oorlog (1204-1205), doordat hij, als partijgenoot van graaf Willem I, met Banjaert (I kol. 235) aan het hoofd der Kennemers stond. In die jaren werd zijn slot ‘op den Hoef’ verwoest. Wegens zijn voortdurende twisten met de abdij, wier zaakgelastigde (advocatus) hij was, zou men hem den bijnaam van ‘Kwaden W.’ gegeven hebben. Het is onbewezen, of hij een zoon was van Allardus, die in 1168 bij Schagen tegen de Friezen sneuvelde.
Zijne zoons waren: Willem I (kol. 341), Wouter reeds overl. in 1223 en Gerard, overl. 1217, vader van Wouter, welke o.a. twee zoons naliet: 1. Lubbertus II, abt van Egmond, overl. 1264, en 2. Arnold, wiens bastaardzoon Wouter de Vriese (Walterus Friso), baljuw van Kennemerland, 20 Aug. 1272 bij Heilo tegen de Friezen sneuvelde. Een wettige zoon van voorn. Arnold zou geweest zijn vader van den abt van Egmond, Dirk Schrevel, overl. omstr. 1335.
Obreen