[Egmond, Willem II van (2)]
EGMOND (Willem II van) (2), overl. 1304, zoon en opvolger van Gerard I (kol. 329), ridder, advocaat der Egmondsche abdij. Hij stond omstr. 1258 zijn ambachten Oudkarspel, Ouddorp, Wadweij, Spanbroek en Oterleek aan Floris, voogd van Holland, af en ontving daarvoor het ambacht Warmenhuizen van de grafelijkheid in leen. Nog breidde hij zijn gebied uit door koop van Huisduinen en andere rechten en goederen in die noordelijke duinstreek. Men vindt heer Willem in de omgeving der graven van Holland, Floris V en Jan I, der bisschoppen van Utrecht en der abten van Egmond. Na den moord op graaf Floris ging hij, die met zijn zoon de engelsche partij was toegedaan, met zijn schoonzoon den burggraaf van Leiden, den abt van Egmond en den heer van Brederode naar Engeland om van Eduard I overzending van Floris' zoon den jongen graaf van Holland, Jan I, te verzoeken. Voornoemde heeren woonden op 7 Jan. 1297 te Ipswich het huwelijk van den graaf met 's konings dochter bij en brachten hem naar het vaderland. Hij overl. op 20 of 29 Maart 1304 en werd in de kloosterkerk te Egmond begraven; bij zijne vrouw, van wie alleen de voornaam Ada bekend is, won hij een zoon Gerard (2), vóór zijn vader gestorven, en eene dochter Halewina, die in 1266 reeds gehuwd was met Hendrik van Kuik, burggraaf van Leiden (II kol. 737).
Obreen