en tot 1690 heeft hij te en om Alkmaar veel afgeteekend. Kort na 1691 naar Amsterdam teruggekeerd, woonde hij aldaar op de Rozengracht als een bemiddeld burger. Tot zijne nalatenschap behoorden eenige schilderijen en teekeningen van Rembrandt, vele schilderijen en eene massa teekeningen van hemzelven. Van zijn schilderwerk berust een portret zijner moeder in de verzameling van den hertog van Devonshire te Chatsworth, Hannah de profetes en haar zoon Samuël in de Hermitage te Petersburg, een herberg buiten Nantes in 's Rijks Museum te Amsterdam.
Zie: v. Eynden en v.d. Willigen, Geschied. der Nederl. Schilders I, 183 en Aanhangsel 118; Kramm, II, 355; Bruinvis, Beeldende Kunstenaars te Alkmaar 11; Bulletin Oudheidk. Bond 1909, 126; Oud-Holland 1909, 117 en 1910, 2; Bredius in La Revue de l' Art XXVIII, 401; Catalogus Rijks Museum nr. 790.
Bruinvis