[Diemerbroeck, Ysbrand van]
DIEMERBROECK (Ysbrand van), geb. te Montfoort, 13 Dec. 1609, overl. te Utrecht 17 Nov. 1674; zoon van Gysbert, burgemeester aldaar en van Magdalena Sasse. Na de latijnsche school te Utrecht bezocht te hebben, vertrok hij naar de hoogeschool te Leiden (ingeschr. 1 Nov. 1627), vervolgens naar Frankrijk, waar hij te Angers promoveerde in de geneeskunde en wijsbegeerte. In zijn vaderland teruggekeerd, vestigde hij zich te Nijmegen. Daar brak in 1635 een hevige pestziekte uit, die in één jaar meer dan 6000 slachtoffers eischte. Diemerbroeck wijdde zich met volkomen zelfopoffering aan het welzijn zijner medeburgers, en had daarbij, naar hij schrijft, het geluk verscheidene personen aan den dood te ontrukken. In 1636 werd hij tot tweeden stadsmedicus aangesteld, op een bezoldiging van ƒ 150 gl. 's jaars. Hij werd in 1649 naar Utrecht beroepen als buitengewoon hoogleeraar in de genees- en ontleedkunde, in 1651 tot gewoon hoogleeraar aangesteld. Hoewel hij tot de Remonstrantsche Broederschap behoorde, verklaarde de overheid deze benoeming niet in strijd te achten met de besluiten, waarbij bepaald was, dat aan niemand een eerepost kon worden opgedragen, tenzij hij tot de belijders van den zuiveren godsdienst behoorde. Bij D.'s overlijden hield Graevius diens lijkrede. Diemerbroeck was gehuwd 17 Oct. 1642 met Elisabeth van Gessel; hun zoon Tieman was later M.D. en stadsgeneesheer te Utrecht.
Van v.D. heeft men de volgende werken: De peste libri quatuor, truculentissimi morbi historiam ratione et experientia confirmatam exhibentes (Arnh. 1644; Amst. 1645). Dit werk werd te Genève met andere geneeskundige verhandelingen in 1721 in 4o. uitgegeven. In 1711 werd het vertaald onder den titel: Tractaat over de pest (Amst. 1711); Oratio de reducenda ad medicinam chirurgia (Utr. 1649); Disputationum practicarum pars prima et secunda, de morbis capitis et thoracis (Utr 1664); Anatome corporis humani plurimis novis inventis instructa variisque observationibus et paradoxis cum medicis, tum physiologicis adornata (Utr. 1672, 8o. Genève 1679 4o. Lugd. Bat. 1679 4o. cum figuris; in het Fransch 1695. 4o.); Tractatus de variolis et morbillis; Historia rarissimorum morborum et vulnerum. Zijn werken zijn na zijn dood door zijn zoon Tieman bijeenvergaderd en uitgegeven onder den titel: Isbrandi de Diemerbroeck, Opera omnia anatomica et medica partim jam antea excusa, sed plurimis locis ab ipso auctore emendata et aucta partim nondum edita (Ultraj. 1685 fo. Genève 1687, 2 vol. 4o.).
Zijn door C. Janssens v. Ceulen geschilderd portret in de Universiteit te Utrecht