Toen echter eenige jaren later zijn moeder overleed en hij oneenigheid kreeg met de stedelijke regeering, besloot hij zijn ambt neer te leggen en aan zijn voornemen. om zich aan te sluiten bij de opkomende Societeit van Jezus, gevolg te geven. Te voet ondernam hij over Leuven, waar hij vele vrienden telde, en over Parijs, waar men hem eenige maanden rust aanried, in het heete jaargetij den tocht naar Rome. Hier werd hij door den stichter der Orde zelf, Ignatius van Loyola, in de Societeit opgenomen. Maar de ijverige priester had te veel van zijn krachten gevergd en overleed reeds na weinige weken. Op welk een hooge waarde zijn persoonlijkheid door de Jezuïeten geschat werd, blijkt uit zijn doodsbericht, naar verschillende Jezuïetenhuizen gezonden en uit de brieven, door anderen aan zijn nagedachtenis gewijd. Nicolaas Cannius, zijn vriend en gewezen schrijver van Erasmus, heeft zijn leven beschreven, welk levensbericht, volgens Pieter Opmeer, verloren is gegaan. Zijn voornaamste werken zijn door pater A. Schott in 1612 uitgegeven.
Zie: H. Allard, Mr. Corn. P. Crocus in Het Jaarboekje van J.A. Alberdingk Thijm 1892; C. Sommervogel, Bibliothèque d.l. Comp. de Jésus II (Bruxellis 1891) 1660, die melding maakt nòch van de Colloquiorum puerilium formulae, nòch van Joseph, comoedia, welke minstens 5 uitgaven beleefde; Monumenta Historica Societatis Jesu (Matriti 1894), Chronicon Societatis Jesu II, 92; Epistoltae Mixae II, 426-427, 545; Litterae Quadrimestres I, 197, 207, 215, 684.
Derks