[Clant, Maurits]
CLANT (Maurits), heer van Hanckema, geb. 29 Mei 1730 en te Groningen ged. 30 Mei 1730, overl. 26 Mei 1804, zoon van Edzard Jacob (2) (kol. 221) en van Swana Alegonda Gruys. Student in de rechten te Groningen 5 Sept. 1747. Hij werd in 1748 met zijn vader van hun borg Hanckema gehaald en nadat te Groningen tot de verheffing van den Prins was besloten, wilden de studenten door een feestelijken optocht hun blijdschap over deze gebeurtenis te kennen geven. Zij kozen daartoe Maurits Clant tot hun kolonel en trokken, 150 in getal, onder zijn commando, met oranjesjerpen en oranjelinten getooid, de ontbloote degens in de hand en het vaandel van 1672 met muzikanten voorop langs de straten. Voor het stadhuis paradeerden zij, hunne officieren werden binnengelaten en dronken op het welzijn der Academie. In 't academiegebouw teruggekeerd, maakte kolonel Clant zijn studiemakkers bekend dat zij ten raadhuize ten maaltijd waren genoodigd, alwaar zij onder muziek en gejubel feest vierden tot aan den morgen. M. Clant was 25 Juli 1759 gehuwd met Everdina Josina Lewe v. Mathenesse (overl. 24 Febr. 1808), bij wie hij slechts twee dochters naliet.
De jongste daarvan, Josina Edzardina Jacoba Clant, overleed in 1833 als weduwe van Pieter Bindervoet; met haar daalde de laatste afstammelinge van dit geslacht Clant ten grave.
Zie: J.A.R. Kymmell, Het Geslacht Clant a.b.
Regt