[Cauwenberg, Henricus van]
CAUWENBERG (Henricus van), minderbroeder, geb. te Waalwijk in 1671, overl. te 's Gravenhage 28 Febr. 1728. Hij werd geprofest te Leuven 3 Sept. 1690 en priester gewijd in 1695. Achtereenvolgens werd hij benoemd 9 Apr. 1698 tot lector der philosophie te Diest, 10 Apr. 1701 lector der theologie te Roermond, 6 April 1704 lector der theologie te Brussel, 30 Aug. 1705 tot gardiaan te Maeseyck, 2 Sept. 1708 tot biechtvader der Poenitenten te Weert. Later vertrok hij als gezantschapskapelaan (‘sacellanus Legati Principis Leodiensis’) naar 's Gravenhage, waar hij tot aan zijn dood ook als zendeling arbeidde.
Tegen de aanvallen van den oud-katholieken pastoor Willem Frederik van Dalennoort verdedigde hij zich in Antwoord van H. van Cauwenberg en J. de Longas, Minderbroeders resideerende in 's Gravenhage, op den brief aan hun geschreve door de Heer G.F. van Dalennoort .... Mitsgaders voldoeninge op de beswarenispunten van den zelve voorgestelt. (Gedrukt voor den auteur 1713. Behalve titelblad en approbatie 52 blz. in 16o.)
Zie: De Godsdienstvriend LXXXVI (1861) 271; van Beek, Lijst van eenige boeken en brochuren, uitgegeven in de oud-katholieke kerk van Nederland sedert 1700 tot 1751 (Rotterdam 1893) 60; Bijdragen Bisd. Haarlem, II, 351.
Hesse