[Burman, Peter]
BURMAN (Peter), Burmannus, Boermannus, zoon van Herman, koopman en lid der vroedschap te Keulen, is in 1577 in genoemde stad geboren; gest. 1630 te Emmerik. Na te Heidelberg - waar hij zich 17 Jan. 1599 liet inschrijven - te hebben gestudeerd, werd hij eerst predikant te Stromberg; later (vermoedelijk in Juli 1609) als opvolger van Gaspar van der Heyden Jr., bij de hollandsche kerk te Frankenthal, in welker doopboek zijn naam reeds 4 Dec. 1603 onder die van de doopgetuigen voorkomt. Toen in 1627 die gemeente verstrooid werd, vestigde hij zich te Leiden. Jan. 1628 werd hij vandaar naar Emmerik beroepen, ten gevolge waarvan hij zijn laatste levensjaren toen in die stad heeft doorgebracht.
Burman is twee keer getrouwd: 13 Juni 1604, in de Matenakerk te Wesel met Anna Maria Bruchhausen (Broeckhuysen); later met Josina Balde, een dochter van Franciscus, koopman uit Nieuwkerken in Vlaanderen. Uit het eerste huwelijk werden geboren: Hester, gedoopt 1 Apr. 1611; Janneken, 11 Oct. 1612; Petrus, 30 Aug. 1614; Susanna, 3 Juni 1617, allen te Frankenthal. Uit het tweede: Jan. 1628 te Leiden, de bekende Franciscus, later hoogleeraar te Utrecht, en een dochter Machteld, later in 't huwelijk getreden met den burgemeester van Hanau, Carolus Behagel.
Een brief uit het jaar 1619, door Burman aan Johannes Brant te Wezel gezonden, bevindt zich in de verzameling brieven aan laatstgenoemde in het Wezeler archief.
Zie: J.G. Graevius, Orationes (Delft 1721) 332-334; Zeitschrift des Bergischen Geschichtsvereins IV, 205; Monatsschrift des Frankenthaler Altertumsvereins Juli 1911, 28; A. van den Velden, Registre des baptêmes de l'église Réformée Néerlandaise à Frankenthal (Bruxelles 1911) passim; Toepke, Die Matrikel der Universität Heidelberg (Heidelb. 1884-1907) II sub 17 Jan. 1599; en Monatshefte für rhein. Kirchengeschichte 1911, Heft 6, dat ik echter niet heb kunnen raadplegen.
van Schelven