[Brunsema, Mello]
BRUNSEMA (Mello), werd 1 Juli 1580 als Mello Theodorus, Dammensis, te Leiden als student ingeschreven, verkreeg er 21 Mei 1585 den doctoralen graad in de rechten na verdediging eener Disputatio ex l. unica, C. de Sententiis, quae pro eo quod interest, proferuntur, welke zich op de leidsche universiteitsbibliotheek bevindt. In Mei 1592 verzocht hij tot professor aldaar aangesteld te worden, en legde een aanbeveling over van Prins Maurits, waarin gezegd wordt, dat hij een tijdlang aan de Univ. van Helmstad ‘openbaerlick gedoceert’ had. 10 Oct. 1594 verzochten eenige studenten in de rechten aan Curatoren, aan Brunsema, die private colleges over de titels ‘de Regulis iuris’ en ‘de Verborum significationibus’ aangekondigd had, op te dragen deze in 't openbaar te geven, maar Curatt. wezen dit van de hand. Toen in 1596 een poging werd gedaan om tot oprichting eener hoogeschool- te Groningen te geraken, werd hem voor den tijd van één jaar opgedragen om voorlezingen over de Instituten te geven. Na 6 Juli van dat jaar eene Oratio pro nova iuridica facultate Groningae instituta te hebben gehouden, ving hij den volgenden dag zijn colleges aan. Die rede berust op de groningsche universiteitsbibliotheek, waar zich ook zijne dictaten over de Instituten bevinden, die in 1620 aan de bibliotheek werden geschonken. Gelijk bekend, is van het plan weldra moeten worden afgezien en is door de oorlogstoestanden niet vóór een kleine 20 jaar later tot opening der universiteit kunnen worden overgegaan.
Zie: W.J.A. Jonckbloet, Gedenkboek der Gron. Hoogeschool (Gron. 1864) 27; H. Brugmans, Catalogus Cod. M.S. Univ. Gron. Bibl. (Gron. 1898) no. 73; Diarium Ev. Bronchorstii 28, 40, 45, 49, 54, 60, 65, 71 en 77; P.C. Molhuysen, Bronnen Gesch. Leidsche Univ. I (R.G. Publ. 20) 41, 71, 75, 83, 173*, 462*
van Kuyk