[Brinkman, Carel Leonhard]
BRINKMAN (Carel Leonhard), verdienstelijk boekhandelaar-uitgever, 10 Sept. 1820 uit nederigen stand te Amsterdam geb. en 30 Sept. 1881 ald. als man van aanzien overl. Na reeds op 8-jarigen leeftijd zijn vader verloren te hebben en al vroeg van school genomen te zijn, werd hij als leerling-bediende in den boekhandel der firma Joh. Muller geplaatst. Hier, en later in de zaak van M.H. Schonekat e.a., deed hij de liefhebberij voor boeken op, welke hem zijn leven lang is bijgebleven en die later zijn naam in de boekenwereld zoo bekend heeft gemaakt. Leergierig van aard, haalde de jeugdige bediende in de pakhuizen en winkels zijner patroons al spoedig zijn te kort aan kennis in; zelfs leerde hij door eigen vlijt en inspanning oude en nieuwe talen aan. Op ongeveer 25-jarigen leeftijd vestigde Brinkman zich op bescheiden voet als boekhandelaar en uitgever in zijn geboortestad. Vooral voor het onderwijs kocht hij op fondsveilingen bekende uitgaven aan: werkjes van van Dale, Helge, Degenhardt, Hinse, Holst, Hakbijl, Prinsen, Witkamp, Otterloo, Gleuns, Andriessen, Vethake, Vinet, van Wieringen Borski e.a. Bij nieuwe drukken wist hij telkens de rechte personen te kiezen, die deze uitgaven op de hoogte van den tijd konden houden. Bij duizenden werden Brinkmans schoolboeken jaarlijks over heel Nederland verspreid. Geruimen tijd was hij ook de uitgever der werken van het Ned. Onderwijzersgenootsch. en van die van het Ned. Aardrijksk. Genootschap. Naast onderwijs en opvoeding lagen bouwkunst en werktuigkunde dezen uitgever wel het naast aan 't hart: getuige de lijst zijner tijdschriften De Industrieel, onder redactie van van Koten:
Kunst en Industrie, onder redactie van Schorr e.a.; Voor alle takken van volksvlijt, geredigeerd door S. Bleekrode; de Ingenieur, geredigeerd door A. Huet e.a.; het Tijdschrift voor Wis-, Natuur- en Werktuigkunde van Acquoy e.a.; de Bouwkalender door J.G. van Gendt enz. Voorts gaf hij in die vakken en in natuurwetenschappen werken in het licht van v.d. Broek, Brutel de la Rivière, Coster, Harting, Gugel, Molkenboer, Springer, Vogel, Vosmaer enz. Op 't gebied van geschiedenis en aardrijkskunde wist hij aan zijn zaak te verbinden auteurs als ter Gouw, Scheltema, van Rhijn, Kan, Posthumus, Staring e.a. Op dat der godgeleerdheid en stichtelijke lectuur vindt men in zijn fondslijst o.a. de namen van Adriani, van Heyningen, van Manen, van Senden, Tisschendorff en Reinhart. Maar des uitgevers voorliefde was gelegen in zijn Geïllustreerde Encyclopaedie, voor welks leiding en samenstelling hij den bekwamen en volhardenden A. Winkler Prins had weten te vinden (16 dln., 1869-1881; 3de dr. 1905-1913 bij de Uitg.-Maatsch. ‘Elsevier’).
Inzonderheid maakte Brinkman zich verdienstelijk door zijn zeer gewaardeerde uitgaven van hulpmiddelen voor den boekhandel en van menig bibliografisch geschrift. In zijn Naamlijst der boek-, plaat- en kaartwerken, ten behoeve van den nederlandschen boekhandel uitgegeven, ‘heeft hij zichzelf een gedenkteeken gesticht, aere perennius.’ Bedoelde Naamlijst (Amst. 1858), alphabet. gerangschikt, begint met 1833 en eindigt met 1849, doch werd sedert aangevuld en voortgezet door des uitgevers schoonzoon R. van der Meulen e.a.