[Boonzajer, Cornelis]
BOONZAJER (Cornelis), rector der latijnsche school te Gorinchem, geb. 21 Sept. 1754 te Arnhem en overl. 8 Jan. 1792 in eerstgenoemde stad. Hij was de zoon van Alard Boonzajer en C. Taats, studeerde te Franeker in de rechten, promoveerde daar in 1778 op een diss. de Crimine polygamiae ex Jure civili en werd nog in datzelfde jaar advocaat voor 't Hof van Holland en conrector der latijnsche school te Gorinchem, waarvan hij twee jaar later tot rector benoemd werd. Hij aanvaardde die betrekking met een oratie de Optimi studiosi officio. Als ijverig beoefenaar der nederl. taal- en letterkunde zette hij zich aan de bewerking eener nieuwe uitgave van het woordenboek Teuthonista of Duytschlender, reeds in 1475 door Gert van der Schueren te Keulen gedrukt. Na zijn vroegtijdigen dood werd de uitgave voortgezet door Ds. Joh. Wilhelmus Bussching en daarna door Mr. Jac. Arnoud Clignet in druk gebracht (Leiden 1804). Een nieuwe uitgave van M. Vitruvii Pollionis Libri X de Architectura en een ontworpen plan tot de uitgave van een uitgebreid werk, get. Korte letterk. aanteekeningen over Nederl. schrijvers werden door zijn dood verijdeld. In handschr. worden beide werken in de biblioth. van de Mij. der Ned. Letterk. te Leiden bewaard. Verder heeft men van zijne hand een Woordenboek der Nederduitsche werkwoorden, een Woordenboek der Nederduitsche taal in 3 dln. en Taalkundige aanteekeningen, 4 dln.
B. was sedert 1782 gehuwd met Johanna Cornelia van Appeltere, die hem 6 kinderen schonk, waarvan er 4 vroeg overleden. In de staatkundige woelingen van 1787 was ook B. betrokken en wel als secretaris van het toenmalige Exercitie-genootschap, dus als ijverig patriot.
Zie: Vad. Hist. ter verv. op Wagenaar XXIII, 17; de Chalmot, Verzameling v. stukken XII, 268; Alg. Vaderl. Letteroefeningen voor 1816, no. 13, en Hand. Letterk. 1828, 60.
Zuidema