[Boom, Cornelis Pieterszoon]
BOOM (Cornelis Pieterszoon), zoon van Pieter Jansz. Ackerman en Geertruyd Willemsdr. Boom (zie art. Ackerman, kol. 3) was een der aanzienlijkste lijndraaiers en scheepsbouwmeesters op de Lastage te Amsterdam, waar de door hem gegraven Boomssloot nog tegenwoordig zijn naam bewaart. Over deze sloot en andere belangen was er voortdurend geschil tusschen de bewoners der Lastage en den magistraat. Cornelis Pietersz. Boom behoorde tot de voornaamste Gereformeerden en teekende op 30 September 1566, vermoedelijk als lid van den kerkeraad, het verdrag, waarbij o.a. de Minderbroederskerk voor de Gereformeerden werd beschikbaar gesteld.
1 Sept. 1568 werd hij door Alva verbannen. Misschien is hij dezelfde, voor wien door Sonoy c.s. bij schrijven van 24 Juli 1573 aan den Prins van Oranje commissie werd verzocht om de goederen der vijanden en fugitieven te Enkhuizen te annoteeren. Hij schijnt na de alteratie in 1578 niet te Amsterdam te zijn teruggekeerd, en was dus toen vermoedelijk reeds overleden. Hij was gehuwd met Griet Jacobsdr. Codde.
Zie: Wagenaar; ter Gouw; Elias; Bor VI, 328 (I, 447).
Breen