[Boekholt, Baltes]
BOEKHOLT (Baltes), boekverkooper en uitgever te Amsterdam, waar hij van 1659 tot 1689 werkzaam was, eerst ‘op de hoek van den Niesel, aan de zijde van de Oude Kerk’, later ‘voor aen op de Leytse straat’ en ‘op de Haarlemmerstraat’. Bij hem verschenen in 1681 de laatste uitgave van Jan de Brune's Volgeestige Werken en in 1663, met een lofdicht van zijn hand, Fidamants Kusjes, Minne-wysen en Byrymen van Joan Blasius. Ook gaf hij in 1659 Franc. le Bleu's bundel Minnevlam, brandende in 't hert van Thyrsis, uit, terwijl ook verscheiden bekende liedboekjes bij hem het licht zagen, als Apolloos Snaren (1668), Den lachenden Apol (1667) en Clioos Cytter (1663). In 1662 verscheen met zijn adres en dat van Arent van den Heuvel een zinneprent getiteld: Wederlegginge der Sociniaensche dwalingen door Petrum de Witte, aan welker achterzijde een 12-regelig vers van Boekholt's hand. Onder de initialen B.B. schreef hij in 1668 een oorspronkelijken proza-roman De wonderlijke Vryagien en rampzaalige, doch bly-eyndige, Trouwgevallen van deze tijdt, tusschen Arantus en Rosemondt, Grannadus en Cielinde enz. (Amst. voor Baltes Boekholt, 1668), onder franschen invloed in den hoofsch-galanten trant van 't einde der 17de eeuw. In de voorrede zegt hij, dat hij ‘voor deeze eenige Spaensche snaekerijtjes, als andere koddigheden’ in 't licht had gegeven. Hij verwerkte in dezen roman onder verdichte namen werkelijke gebeurtenissen van zijn tijd o.a. in het 7de der 8 boeken, waaruit 't werk bestaat, de mingevallen van admiraal Corn. Tromp te 's Graveland. Het boek schijnt veel opgang te hebben gemaakt, en lang in trek gebleven te
zijn. Een korter 2de deel liet hij er op volgen als: Droef-eyndige Historie van Nobelaer en Lauw'ra, Serarius enz. (Delf 1668), en een derde getiteld: De edelmoedige Mintriomphe, vertoont in de uytmuntende vryagie van Oronto en Dianiere, alle drie herdrukt onder den gezamenlijken titel: De edelmoedige Mintriomphe, vertoont in de wonderlijcke vryagien, en rampsalige, doch bly-eyndige trouw-gevallen van desen tijdt enz. (Amst., bij Abraham Boekholt, 1684) en in 1701 als: Het Hollands Schou- Tooneel vertoonende verscheyde deftige Vryagien en wonderlijke Trouw-gevallen enz. (Amst. 1701; and. druk Amst. 1749), Timotheusten Hoorn's Hollantse Trouw-gevallen enz. (Amst. 1678), door platheid ongunstig afstekend bij B.'s werk, gelden als een ander vervolg op deze werken. Behalve zijn romans hebben we een geschiedkundig werkje van hem: Kort Vertoog van Hollands Bloedige Oorlogen met hare Nabuuren en elders, zedert de grondvest van haar