[Bloem, Jacobus Cornelis]
BLOEM (Jacobus Cornelis), geb. te Tilburg 25 Febr. 1822, overl. te 's Gravenhage 1 Sept. 1902, zoon van Arend Bloem en van Petronella Johanna Spelthaan.
Hij studeerde sedert 7 Sept. 1843 aan de Koninkl. Academie te Delft, verkreeg na examen het diploma, was van April 1848 tot April 1860 eerst ontvanger, daarna controleur bij de belastingen, van April 1860 tot Sept. 1867 chef der afdeeling directe belastingen onder den titel van referendaris, van Sept. 1866 tot Juni 1873 hoofdinspecteur der dir. belast. en van het kadaster en de in- en uitgaande rechten en accijnsen bij het Depart. van Financiën, van 1875 tot 1885 lid van den gemeenteraad van 's Gravenhage, werd bij Kon. Besl. van 1 Mei 1885 no. 24 benoemd tot Minister van Financiën in het (3e) ministerie Heemskerk en met de overige leden van het Kabinet eervol ontslagen na de totstandkoming der Grondwetsherziening bij Kon. Besl. van 21 April 1888 no. 23.
De voornaamste financiëele wetten gedurende zijn ministerschap tot stand gekomen zijn: de wet van 23 Juli 1885 tot regeling der staatsloterij; 9 Mei 1886 tot conversie van 4 tenhonderd in 3 tenhonderd rentegevende Nationale Schuld; 17 April 1887 tot uitbreiding der vrijstelling van het recht van patent; 30 Dec. 1887 tot uitbreiding der vrijstelling van grondbelasting; 19 Maart 1888 houdende goedkeuring van het met Spanje gesloten handel- en scheepvaarttractaat.
Bloem huwde tweemaal. Eerst 18 Juni 1850 te Groningen met Catharina Petronella Susanna Hugenholtz, geb. te Demerary 18 Febr. 1819, overl. te 's Gravenhage 13 Dec. 1865, dochter van Nicolaas en van Rachel Brule. Hij hertrouwde te Amsterdam 20 Mei 1868 met Caroline Jeannette Constance Bik, geb. te Batavia 8 Sept. 1841, dochter van Adriaan Johannes en van Johanna Maria Arnold.
Regt