[Block, Adriaen Maertensz.]
BLOCK (Adriaen Maertensz.), geb. te Alkmaar, overl. op het huis ter Speke te Lisse. Hij was schipper op ‘de Zwarte Leeuw’, een der 13 schepen, die 23 April 1601, onder bevel van Jacob van Heemskerk, uit Texel zeilden en in het laatst des jaars straat Soenda bereikten. Afgedwaald, was hij 20 Mei onder 11 vijandelijke schepen geraakt, maar het ontloopen, waarna hij zich weder bij de vloot gevoegd had. In April 1603 kwam hij hier te lande terug. In het laatst van December 1611 voer hij als hoofd eener vloot van 13 schepen naar O. Indië, in het laatst van Nov. 1612 straat Soenda bereikende. Volgens Orlers, Wilhelm en Maurits van Nassau (Amst. 1651) - (nagedrukt bij Broers, Bijdragen (Utr. 1869) 199) - Valentijn, Oud- en Nieuw-Oost-Indië I ('s Grav. 1856) 418 en de Jonge, Gesch. v.h. Nederl. Zeewezen I (Amst. 1858), 214, zouden 8 bodems van deze vloot bij de Kaapverdische eilanden in gevecht zijn geraakt met 17 spaansche oorlogsschepen, waarvan er 2 zonken, 11 veroverd of vernield werden en slechts 4 overbleven om de tijding van de nederlaag in Spanje te brengen. Maar P.A. Leupe heeft in De Navorscher van 1870 er op gewezen, dat in de brieven door Block, gedurende de reis aan bewindhebbers gericht, niets over deze ontmoeting voorkomt en hij oppert de waarschijnlijkheid, dat zij niet in 1612 maar in 1601 heeft plaats gehad. Wij vinden B. in 1613 als commandeur in, in 1615 als landvoogd van de Molukken, in 1618 als raad van Indië genoemd. De gissing, door den schrijver van De opkomst van het Nederl. gezag in O.I., 2e deel, blz. 260 geopperd, dat onze B. dezelfde zou zijn geweest als Adriaen B., die van 1610 tot 1614 de
Hudsonrivier en de kusten van Noord-Amerika verkende, vervalt door het hierboven medegedeelde. Block's tocht met 11 schepen tot ondersteuning van J. Pz. Coen in 1627 was niet gelukkig, daar zijne vloot in Oost-Indië door vele rampen getroffen werd; maar in het volgende jaar had hij geen onbelangrijk deel aan de verdediging van Batavia tegen de krijgsmacht van Mataram.
Bruinvis