[Wassenaer, Philips IV van (4)]
WASSENAER (Philips IV van) (4), zoon en leenvolger van Dirk III, geb. 1359 (?), overl. 5 Dec. 1428, begr. in het dominicaner klooster te 's Gravenhage. Hij was zeer in aanzien bij hertog Aelbrecht, doch (1392) medeplichtig aan den moord op Aleid van Poelgeest gepleegd, waardoor al zijne bezittingen hem ontnomen en zijne sloten en huizen afgebroken werden. In 1396 volgde echter eene verzoening en trok heer Philips mede tegen de Friezen (evenzoo in 1398 en in 1400), in wier land hij ook bezittingen verkreeg. Zeer spoedig stond hij weer zeer in de gunst bij den hertog, die (1400) hem zijn heerlijkheid Wassenaer en Zuidwijk in vrij eigendom afstond. Ook onder Willem VI en Jacoba was hij in aanzien; toen laatstgenoemde echter in 1420 in oorlog was met Jan van Brabant, hield Philips hare zijde, zijn zoon Hendrik daarentegen de andere. Hierop volgde een beleg en de inneming der stad Leiden, waardoor de burggraaf zijne goederen verloor, welke zijn zoon in leen ontving; hij zelf werd eerst naar Schoonhoven, later naar Wijk-bij-Duurstede gebracht, waar hij na 8-jarige gevangenschap stierf. Bij zijne vrouw Maria van Egmond won hij: Hendrik (1), Jan (1) en Dirk (5).
Zie: Obreen, Gesch. gesl. Wassenaer 24; Blok, Holl. stad in de M.E. ('s Gravenh. 1910) hoofdst. IV.
Obreen