[Wassenaer, Jhr. Johan van]
WASSENAER (Jhr. Johan van), heer van Duvenvoorde, enz., zoon van jhr. Arent VII van Duvenvoorde (I kol. 769), geb. 1577, overl. 1645. Hij werd in 1603 hoogheemraad van Rijnland en nam in hetzelfde jaar zitting in de hollandsche ridderschap, welk lichaam hem van 1617 tot zijn dood toe afvaardigde naar het college der Gecommitteerde Raden. Hij was van 1616-1622 curator der leidsche hoogeschool en sedert 1625 dijkgraaf van Rijnland. Hij werd in 1617 met Hugo de Groot naar Zeeland en Dordrecht afgevaardigd om hen over te halen tot het afslaan der nationale Synode, hetgeen echter geen gelukkig gevolg had.
Zijn portret staat o.a. op een familietafreel, in 1643 geschilderd door J. Mytens en aanwezig op Duvenvoorde.
Johan huwde 1o. 1601 Maria van Voerst, overl. 1610, dochter van Frederik, richter en waldgraaf te Nijmegen, en Anna Sasbout; hieruit: a. Arent (1); b. Theodora, overl. 1679, huwde eerst 1627 Gerard van Randerode van der Aa, heer van Zevender, baljuw en dijkgraaf van Delfland (1629), overl. 1632 en daarna in 1634 met Jhr. Gerard van Arnhem tot Harsseloe, lid der Veluwsche ridderschap en door deze gecommitteerd ter S.-G. en gedesigneerd tot ambassadeur bij den vredehandel te Munster, overl. 1648; c. Machtilde, overl. 1654, huwde eerst in 1629 met jhr. Johan de Hinojosa, heer van Wena, ruwaard van Putten, zoon van Peter, voorzitter van den Rade provinciaal van Holland, bij Elisabeth van Almonde, en daarna in 1639 Pieter Ernst van Abcoude van Meerten, maarschalk van Eemland, zoon van Jan en Wendela Bardesius.
Johan v.W. hertrouwde 1612 jkvr. Clarade Hinojosa, volle zuster van Johan, even hooger genoemd; zij schonk hem deze kinderen: 1. Pieter (1), die volgt; 2. Willem, heer van Veur, geb. 1619, werd 1655 wegens de geldersche ridderschap ter admiraliteit van Amsterdam gecommitteerd en overl. ongehuwd; 3. Elisabeth, overl. 1662, huwde 1640 jhr. Kasijn van Bemmel tot Florestein, rechter en dijkgraaf van Tiel en Zandijk, geadmitteerd in de nijmeegsche ridderschap 1629 en deswege gecommitteerd ter S.-G., rekenmeester van het hof van Gelre van 1641 tot zijn dood in 1660, zoon van Diederik heer v. Ingen en Florenstein, bij Wilhelmina van der Hell; 4. Petronella, overl. Rijswijk 1702, huwde 1646 jhr. Adriaen van der Mijle, lid holl. ridderschap, 1651 gouverneur Willemstad, enz., zoon van Cornelis bij Maria van Oldenbarnevelt.
Zie: Obreen, Gesch. gesl. Wassenaer 94.
Obreen