[Wassenaer, Jan I van (2)]
WASSENAER (Jan I van) (2), zoon van Hendrik (1), leenvolger zijns broeders Jacob (2); overl. 1 Aug. 1496, begr. dominicaner klooster te 's Gravenhage. Hij verkreeg (1459) van Philips van Bourgondië, wiens raad hij was, het hoog gerecht en heerlijkheid van Voorschoten en Katwijk. Hij was ook raad en kamerling van Karel den Stoute en Maximiliaan. Een der hoofden van de kabeljauwsche partij had hij deel aan de oproeren te 's Gravenhage en Leiden (1479) en stond bekend als ‘een der principaalste rumoermakers van zijn tijd’.
Zijn geteekend portret, evenals dat zijner tweede vrouw, staat in het zgn. ‘Recueil d'Arras’ in de bibliotheek te Atrecht.
Uit zijn 1o. huwelijk met Catherine de Craon (uit Picardië) won hij o.a. eene dochter Barbara, gehuwd met Floris van Borselen, heer van Cortgene, bastaardzoon van den bekenden Frank, en Bonne gehuwd met Ponce de Lalaing, kleinzoon van Willem, den stadhouder van Holland (1440-1444); en uit het 2e huw. met Jeanne de Haluin (uit Vlaanderen) Jan II, zijn leenvolger, en Catherina, gehuwd met Joos van Cruiningen, zoon van Jan, ridder van het Gulden Vlies, en Agniete van Montfoort.
Zie: Obreen, Gesch. gesl. Wassenaer 35.
Obreen