[Wassenaer, Andries van]
WASSENAER (Andries van), bastaardzoon van Jan II, geb. 1517, overl. 1597. Beroemd krijgsoverste, streed in den kleefschen oorlog bij Sittard (1543) en bij Heinsberg (1544), 1547 in den slag bij Mühlberg door Karel V tot ridder geslagen, in de slagen bij St.-Quentin (1557) en Grevelingen (1558). Hij woonde later in het huis der Wassenaer's in 's Gravenhage en overleed er als baljuw van Wassenaar.
Hij liet bij zijn vrouw Digna van Brakell, dochter van Eustaes, schout van Utrecht, kinderen na, waaruit geen afstamming; o.a., Joris, overl. 1624, baljuw van Wassenaar en Eustaes, overl. 1626, kapitein in staatschen dienst.
Zie: Obreen, Gesch. gesl. Wassenaer 53 en Wildeman in Genealogisch-heraldische bladen I (1906).
Obreen