[Verspijck, Gustave Marie]
VERSPIJCK (Gustave Marie), geb. te Gent 19 Febr. 1822, overl. te 's Gravenhage 8 Mei 1909, zoon van Abraham Cloudius Joannes Verspijck en van Desideria Pieron, kreeg zijne mil. opleiding aan de K.M.A. te Breda, werd in 1842 2e luit. der inf., in 1846 overgeplaatst bij het ind. leger, waarbij hij alle rangen doorliep (1852 kapt., 1859 maj., 1862 bij keuze luit. kol., 1865 kolonel, 1870 gen. maj., 1874 luit. gen. titulair).
Als kapitein, wd. ass. res. ter Westerafdeeling van Borneo, maakte hij zich in 1855 verdienstelijk door de nachtelijke overvalling van het Hemelen-aarde- of Drievingerverbond der Chineezen; als majoor en luit. kol. (1859-63) als mil. comm. en wd. resident der Z. en O. Afdeeling van Borneo, waar hij den ‘Bandjermasinschen opstand’ voor een goed deel bedwong. Van 1865-69 was hij chef van den generalen staf van het indisch leger. Toen in 1873, na den terugtocht der eerste expeditie naar Atjeh de tweede moest worden voorbereid, werd hij aan het hoofd gesteld van het tijdelijk opgericht bureau voor de krijgstoerustingen op Noord-Sumatra; bij die exp. was hij, onder den in activiteit herstelden luit. gen. J. van Swieten, tweede bevelhebber. Na afloop van dien veldtocht vroeg hij ontslag en pensioen.
Hij was achtervolgens benoemd tot ridder 4e kl. (1854); ridder 3e kl. (1862) en commandeur (1874) der M.W.O.
In Nederland teruggekeerd, stond hij in hoogen gunst bij Koning Willem III. Was hij reeds tijdens zijn verlof naar Nederland in 1869 benoemd tot 's Konings adj. in b.d., in 1878 trad hij op als adj.-generaal en gr. off. van 's Konings huis; de vorst verhief hem in 1881 in den adelstand met praedicaat van jhr. In 1894 werd hij benoemd tot adj. gen. der Koningin, in 1895 tot kanselier der ned. orden.
Ter zelfverdediging schreef hij: Loudon en Atsjin ('s Grav. 1875); Generaal van Swieten en de waarheid (ib. 1880).
Hij huwde te Batavia 6 Dec 1852 Geertruida Wendelina Menu.
Zijn portret is in hout gesneden door Kerstel naar een teekening van H.J. Haverman.
Zie over zijne daden o.a.W.A. van Rees,