[Thomassen, Marie Hubertus Joannes Petrus]
THOMASSEN (Marie Hubertus Joannes Petrus), geb. 24 Oct. 1847 te Ekkelrade, gem. Gronsveld, gest. te Utrecht 21 Dec. 1906, was een der beste leeraren van zijn tijd aan 's Rijks Veeartsenijschool te Utrecht. Na zijn voorbereidend onderwijs te hebben genoten te Meersen en te St. Truyen (België), ving hij 1 Sept. 1865 zijn studie aan 's Rijks Veeartsenijschool te Utrecht aan en werd aldaar op 7 Juli 1869 tot veearts bevorderd. Tot Aug. 1881 praktizeerde hij met goed gevolg te Maastricht; in genoemde maand werd hij benoemd tot leeraar aan 's Rijks Veeartsenijschool, om onderwijs te geven in: algemeene therapie, bijzondere ziektekunde en geneesleer, geneesmiddel- en vergiftleer, geschiedenis der veeartsenijkunde, propaedeutische cliniek en cliniek der verschillende huisdieren. Ondanks de groote verscheidenheid der leervakken kweet hij zich van de hem opgedragen taak op zeer verdienstelijke wijze en wist hij zelfs tijd te vinden om, ook buiten zijn eigenlijk gebied, wetenschappelijken arbeid te verrichten. Daaronder zijn vooral van beteekenis zijn onderzoekingen omtrent de ziekten van het zenuwstelsel bij de huisdieren en die betreffende de immuniseering van het rund tegen de tuberculose. Ook op historisch gebied heeft hij zich onderscheiden, niet alleen van de veeartsenijkunde, doch ook op het terrein der vaderlandsche geschiedenis. In 1890 gaf hij te Maastricht uit: Krijgsbedrijven van Alexander Farnese in Limburg en aangrenzende gewesten 1578-79, en in 1892, evenzoo te Maastricht: Spaansche bijdragen tot de geschiedenis onzer voorvaderen der 16e eeuw. In verband hiermede werd hij benoemd tot lid van het Historisch Genootschap te Utrecht.
Thomassen bewoog zich ook gaarne in het maatschappelijk leven en was daar zeer gezien. Hij was vele jaren ondervoorzitter en voorzitter van de Maatschappij tot bevordering der Veeartsenijkunde in Nederland en hield in haar vergaderingen dikwijls een wetenschappelijke voordracht. Tot hetzelfde doel trad hij enkele malen voor zijn ambtgenooten buiten de stad zijner inwoning op, en zelfs voor de medici in den Geneeskundigen kring te Utrecht.
Ook in het buitenland was Thomassen geacht. Hij bezocht niet zelden de internationale congressen op veterinair gebied of op dat van tuberculose. Wat het laatste betreft, bestreed hij in 1901 te Londen zelfs R. Koch, toen deze verkondigde, dat de humane en de bovine tuberculose geheel verschillende ziekten waren.
Ook is zijn naam op veler lippen gekomen door zijn mededeeling in fransche vaktijdschriften van hetgeen hij bij zijn komst in 1881 aan 's Rijks Veeartsenijschool zag in zake de door zijn ambtgenooten verkregen gunstige gevolgen van de behandeling der actinomycose bij het rund met joodkalium. Sedert dien tijd is deze therapie ook bij den mensch in gebruik.
De rijksuniversiteit te Groningen bevorderde hem 21 Juni 1905 tot doctor in de geneeskunde honoris causa. Hij was lid van vele buitenlandsche veterinaire vereenigingen, zooals vermeld is in het Tijdschrift voor Veeartsenijkunde XXXIV, 476, dat in de volgende bladzijden ook een opsomming bevat van de door hem geschreven artikelen.
Op 20 Sept. 1909 is, bij gelegenheid van het IXe Internationaal Veeartsenijkundig Congres te