Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2

[Theodoricus]

THEODORICUS, abt der cistercienserabdij La Charité in het bisdom Besançon, komt voor als

[p. 1428]

wijbisschop van dat diocees met den titel van Suden in 1294 en 1310. Zijn grafschrift, opgemerkt door Martèneet Durand, Voyage littéraire de deux Bénédictins (Paris 1717), I, 139, vermeldt zijn overlijden op 9 Mei 1324. Omdat de bul van Clemens V Jacobus van Denemarken aanwijst als opvolger van Petrus Sudensis veronderstelt men, dat Theodoricus niet door den Paus was benoemd en er dus twee bisschoppen tegelijk den titel van Sudensis voerden. Slechts eenmaal wordt Th. vermeld in betrekking met het bisdom Utrecht. J. de Leydis, Chronicon Egmundanum (Lugd. Bat. 1692) 46 zegt, terwijl hij de aflaten verleend aan de abdij opsomt: ‘Theodoricus episcopus Zudensis diocesis Trajectensis centum dies et carinam’. Wij mogen terecht twijfelen of de kroniek hier juist is. Daar in den volgenden regel sprake is van Petrus Zudensis heeft waarschijnlijk schrijver, uitgever of zetter bij vergissing tweemaal Zudensis gezet in plaats van de eerste maal Vironensis. De wijbisschop Theodoricus Vironensis verbleef een tijd te Egmond en verleende aldaar een aflaat ‘centum dies et unam karenam’.

Zie: Wilhelmus Procurator, Chronic. Egm. in Matthaeus, Vet. aev. analecta (ed. 1738) II, 510; id., ed. Pijnacker Hordijk (Werken Hist. Gen. III: 20) 16-18; Gallia Christiana XV, 244, 269; Revue Bénédictine XX (1903) 20.

Fruytier