[Terhoente, Hermanus]
TERHOENTE (Hermanus), geb. te Oldenzaal 1636, overl. in het klooster te Glaan 15 Oct. 1715. In 1660 werd hij pastoor te Oldenzaal, in 1662 rector van de franciscanessen te Almelo en vluchtte in 1665 met 28 nonnen naar Glaan, wier klooster sinds dien Mariavlucht geheeten werd. Vandaar uit was hij ook werkzaam onder de katholieken van Twente op die plaatsen, waar geen priester verbleef. In 1672 stelde Bernard van Galen hem aan tot kapitulaar-deken van St. Plechelmus te Oldenzaal, tot aartspriester en administrator der kerkelijke goederen in Twente. In 1703 werd hij als aartspriester afgezet, omdat hij volbloed Jansenist was; om dezelfde reden werd hem in 1707 door het vicariaat van Munster het rectoraat te Glaan ontnomen. In 1686 bracht hij met H.v. Heussen in stilte het lijk van J.v. Neerkassel naar het klooster te Glaan, waar het 12 Juli begraven werd. 29 Febr. 1708 keerde hij zich af van de Jansenisten, en onderwierp zich aan het wettig kerkelijk gezag.
Tijdens zijn dekenschap heeft hij afschrift gemaakt van die stukken, die betrekking hebben op de collegiale kerk van Oldenzaal, als ook de eigenaardige statuten en rechten der lijfeigenen van St. Plechelmus te Oldenzaal. Het H.S. van Rovenius ‘de fundatore ac patrono ecclesiae collegiatae Aldensalensis ac de reliquiis eiusdem’ schreef hij over en voorzag het van aanteekeningen.
Zie: Arch. Aartsb. Utr. III, 414, 417 v.v.; XVIII, 460; XXII, 62; Geerdink, Gesch. v. Twenthe 105, 106, 108, 109, 205, 211, 239, 341, 453, 356, 529; Röring, Kerkelijk en wereldlijk Twente I, 160, 225.
van der Heijden