[Stavorinus, Johan Splinter]
STAVORINUS (Johan Splinter), gedoopt 4 Juni 1739 te Middelburg, overl. aldaar 9 Nov. 1788. Hij was de zoon van den kapitein der zeeuwsche admiraliteit Jan S. en Catharina den Hollander. Reeds zéér vroeg trad hij in zeedienst, aanvankelijk in dien van genoemde admiraliteit, - hij onderscheidde zich einde 1763 bij de onderdrukking van het slavenoproer in Berbice - vervolgens in dien der O.I.C., later wederom bij de zeeuwsche admiraliteit, die hem reeds in 1766 tot ordinaris-kapitein had benoemd; in dien rang woonde hij als bevelhebber van het schip ‘Goes’ van 54 stukken den vermaarden tocht bij naar Riouw, Malakka en Salangore onder Commandeur van Braam in 1784. In Zeeland teruggekomen en tot schout-bij-nacht bevorderd vestigde hij zich te Middelburg en 's zomers op de buitenplaats het Park te W. Souburg. Hij huwde te Middelburg in 1756 met Christina Claudoré en liet 4 kinderen na. Zijn zoon, die eveneens, doch korten tijd, in zeedienst was, heeft de belangwekkende aanteekeningen van zijn vader uitgegeven onder de titels: J.S. Stavorinus, Reize van Zeeland over de Kaap de Goede Hoop naar Batavia, Bantam, Bengalen enz., gedaan in de jaaren 1768-1771, 2 dln. en id. id. naar Samarang, Macassar, Amboina, Suratte enz., gedaan in de Jaaren 1774-1778, 2 dln., gedrukt te Leiden resp. in 1793 en 1798. Behalve de bijzonderheden aangaande deze werken, vermeld in Tiele's Bibliographie (Amst. 1884) 230, kan nog medegedeeld worden, dat ook vertalingen in het Zweedsch verschenen zijn van deze voor de geschiedenis der O.-I.C. waardevolle verhalen.
Zie: F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen i.v.; J.C. Baane, Reis door een gedeelte van de Ned. Bezittingen in O.I., waarbij gevoegd is een verslag van de expeditie onder bevel van den kapit. J.P. van Braam enz. (Amst. 1826).; P.M. Netscher, Geschiedenis van de Koloniën Essequebo, Demerary en Berbice (den Haag 1888) 232.
Mulert