de abdij La Cambre O. Cist. verblijvend in haar refuge te Brussel. Toen zij in 1600 naar hare gedeeltelijk herstelde abdij weergekeerd waren, nam Gillis T'Soggaert een werkzaam deel aan het opsporen en aan de verheffing van het gebeente van den H. Bonifacius van Brussel, begraven onder de bouwvallen der abdijkerk. Hij maakte hiervan eene nauwkeurige beschrijving, gedeeltelijk in druk uitgegeven door Chr. Henriquez, Fasciculus Sanctorum. O. Cist. (Brux. 1623) I 176-384, Aan Sanderus bezorgde hij de noodige geschiedkundige gegevens voor de Chorographia sacra Camerae, uitgegeven in de verschillende edities der Chorographia sacra Brabantiae. Er verscheen van hem in druk eene reeks van nederlandsche preeken onder den titel: Den gulden sonnenwijser oft horlogie van de passie ons Heeren Jesu Christi (Brussel 1626). Na 41 jaar in Ter Kameren het geestelijk bestuur geleid te hebben, overl. hij aldaar en werd in het koor der nonnen begraven. Zijn medebroeder Le Waitte vergelijkt hem met Corn. Musius en prijst zijne kennis in de geneeskunde. Zijn naam wordt zeer verschillend geschreven: Henriquez en (die hem volgen) Acta S.S., Kieckens enz schrijven ‘Isogartus; Le Waitte ‘Stosgardus’; het necrologium van Cambron Stogart en Stocquart. Op den titel van zijn werkje vindt men T'Soggaert.
Zie: C. de Visch, Biblioth. Script. O. Cist. (Col. 1656) 8; A. le Waitte, Historiae Cameron. pars alt. (Par. 1673) 446; Ann. du cercle arch. de Mons XIV (1876) 124; XVII (1879), 119; Acta S.S. Febr. III, 151.
Fruytier