[Sittardus, Matthias]
SITTARDUS (Matthias), dominicaan, geb. te Sittard 2 Febr. 1522, gest. te Weenen 31 Oct.1566. Zijn familienaam was Esche. De lagere studiën voltooide hij te Aken, waar hij in 1538 in het dominicanenklooster werd opgenomen. Wegens zijn vroeg ontluikend redenaarstalent mocht hij, nauwelijks twintig jaar, reeds den kansel beklimmen. De studie der godgeleerdheid deed hem eenigen tijd aan de universiteit te Keulen vertoeven, maar weldra werd hij door de burgerij van Aken teruggeroepen. Gedurende ongeveer 16 jaren was hij aldaar de gevierde kanselredenaar, wiens opwekkend woord de katholieken in den geloofsstrijd bemoedigde en samenhield. In 1557 nam hij als godgeleerde deel aan het Colloquium van Worms, waar hij o.a. meende door het toestaan van den leekenkelk de tegenpartij te zullen bevredigen. In 1559 benoemde keizer Ferdinand I hem tot zijn hofprediker en biechtvader. Na diens dood, in 1564, werd p. Sittardus in het ambt van hofprediker door keizer Maximiliaan II bevestigd. Hij vergezelde dezen vorst op diens reizen en legertochten, maar werd in 1566, tijdens een krijgstocht tegen de Turken, door een kwaadaardige ziekte overvallen, waaraan hij in hetzelfde jaar te Weenen overleed. Daar hij meer een man was van het gesproken dan van het geschreven woord, bestaan zijn nagelaten werken meestal uit gelegenheidsgeschriften.
Zie: H.J. Allard, Matthias Sittardus O.P. in Limburg's Jaarboek VII, 328.
G.A. Meijer