[Semeyns, Mr. Meinert Allertsz. (1)]
SEMEYNS (Mr. Meinert Allertsz.) (1), zoon van Allert Meinertsz. Semeyns en van Meinu Lucasdr. Pauw (kol. 1307); ged. te Enkh. 4 Sept. 1608 aldaar ongehuwd overl., en begraven 26 Aug. 1652. Ingeschreven aan de Hoogeschool te Leiden 19 Mei 1628, en gepromoveerd in de rechten. Vestigde zich te Enkh. als advocaat en had eene groote praktijk. Van zijne hand is Een corte beschrijvinge over de Haringvisscherij in Hollandt, (Enchuysen 1639) waarvan verscheidene herdrukken bestaan.
In 1644 geraakt hij, wegens ongenoegen met den secretaris Mr. Jacobus Reineri, in open strijd met de gansche stadsregeering. In notarieele en stedelijke verklaringen wordt hij genoemd met zijn privilegietitel. In 1641 verzocht hij het raadsheerschap in den Rade Provinciaal van Holland, doch aanvaardde dat ambt niet.
Zie: Centen, Hist. v. Enkh.; J.C. de Jonge, Onuitgegeven stukken; Familie-archief Semeyns.
de Vries van Doesburgh