[Schouster, Johan Frederik]
SCHOUSTER (Johan Frederik), geb. 5 Sept. 1721, overl. in den Haag 5 Juni 1801, werd 11 Febr. 1744 aangesteld tot buitengewoon ingenieur en doorliep verschillende rangen, totdat hij op 23 Jan. 1776 werd aangesteld tot luitenant-kolonel-ingenieur te Zutphen. In 1793 was hij kolonel-ingenieur (sedert 25 Oct. 1787), directeur der fortificatiën van het departement van de Neder-Maas en tijdens de belegering van Breda maakte hij deel uit van de bezetting dier plaats. Hoewel de stad nog zeer goed te verdedigen was, besloot de raad van defensie onder voorzitterschap van generaal van Bylandt, 24 Febr. 1793, na een klein vuurgevecht, tot de overgave aan Dumouriez; alleen Schouster schijnt zich aanvankelijk met kracht tegen dit lafhartig besluit verzet te hebben. Ter zake werd S. evenwel veroordeeld om gecasseerd te worden van al zijne militaire charges (Juni 1793) doch bij besluit van den Prins behield hij zijn plaats als kapitein van de pontonniers, welke functie hij sedert 17 Jan. 1780 mede bekleedde. In deze hoedanigheid heeft hij verschillende voorstellen ingediend tot verbetering en reorganisatie van de compagnie pontonniers, meestal met goed gevolg.
Zie behalve de verschillende werkjes omtrent de belegering van Breda: Eysten, Gesch. der Nederl. Pontonniers 83 vlg.; Bosscha, Neerl. Heldend. te Land III, 9 vlg.
Eysten