Dirk Scholl, die er bovendien een gerijmde toegift achter drukte. Daaruit, maar ook uit het feit, dat Hemony's De on-noodsakelykheid en ondienstigheid van Cis en Dis in de bassen der klokken in 1678 gedrukt werd juist te Delft door Pieter Oosterhout, zou men misschien kunnen opmaken, dat het niet zoo zeer Hemony als wel Scholl is geweest, die tegen van Blanckenburg's systeem opponeerde. In principe echter was deze strijd geen persoonlijke, wel een vooruitdringen van de moderne begrippen, waarvan Scholl niet wilde weten, getuige zijn afkeuring van Corelli's muziek, die in die dagen hier te lande begon door te dringen, zooals van Blanckenburg (t.a.p.) in 1739 naar aanleiding van dezen goudschen carillonstrijd bericht. Van der Straeten (La musique aux Pays-Bas IV, 280) oordeelt: ‘Il avoit d'alleurs un esprit caustique naturel qui s'épanchait en mille saillies sur les questions scabreuses à l'ordre du jour’ (zie ook t.a.p. I, 59; III, 272, 348). Inderdaad schijnt hij wel iemand van eenige beteekenis geweest te zijn, wat blijkt niet zoo zeer uit het feit, dat Poot hem bezong (Gedichten I, 292; II, 301), als wel uit het bestaan van zijn portret uit 1699 in zwarte kunst door en naar T. van der Wilt (Muller nr. 4809). In den Bellum juridicum ofte den oorlogh der advocaten (Utr. 1743) zijn afgedrukt twee rechtskundige adviezen, 17 Juli 1681, in zake een niet nader omschreven procedure van Rebecca Palache, wed. Abraham Cohen tegen hem en zijn huisvrouw (Ned. muz. tijdschr. 1844, 174). Van zijn composities worden geciteerd: Den spelende kus-hemel, bestaende in een getal speelstucken, zijnde met drie instrumenten en een grondtgeluyd (Delft 1669)
(Goovaerts, nr. 839; Obreens Archief VI, 322); Delfs-Engels, bestaende in verscheyde sonaten a. 3 instrumenten, twee fiolen met een fiool digamba en een basso continuo (Delft 1671) (adv. Opr. Haarl. Cour. 1 Dec. 1671); Rouw- en liefdetranen uitgestort over de dood van Maria Stuart (Delft 1695) (herdrukt Enschedé, Dertig jaren muziek in Holland 50); Weergalm op het onderste gedeelte van de quintessence der nouvelles van 14 Maart 1695 nr. 21, 2e dr. (Delft 1695) (Cat. Muziekgesch. I, 29); d'Onnaspeurlijke naspeuring, bestaande in vraag, antwoord en toesang door T. van der Wilt (Delft 1717) (Goovaerts nr. 1018); Troost in ouderdom door d' Hr. A. Alewijn, en tegenzang voor de jonkheyd door T. van der Wilt (Delft 1717) (Goovaerts nr. 1019); Koninglijke airs a 2, een hand-fiool, met een fiool di gamba, en een basso continuo, op. VIII (Bouwsteenen III, 20); Kermisweek bestaende in gigen, balletten en sarbanden voor een viool en een bas Op. IX (t.a.p.).
Zie behalve de aangehaalde literatuur nog: Timareten, Verz. v. gedenkst. I, 53; Ned. muz. tijdschrift 1844, 118 vlg.; Staats Evers, Het St. Caecilia-concert te Arnhem 45, 59, 65, 74.
Enschedé