ondersteuning van behoeftige kraamvrouwen’ was opgericht. Bij zijn aftreden als rector magnificus hield hij op 12 Oct. 1876 eene rede Over het Groningen der toekomst, de hoop harer universiteit, welke zeer de aandacht trok, daar hij verschillende verbeteringen op sanitair gebied met klem aanbeval. Op 1 Oct. 1876 was de gemeentekweekschool voor vroedvrouwen geopend, waarin Sänger als directeur optrad. In Sept. 1896 vroeg hij om gezondheidsredenen eervol ontslag uit deze betrekking. Op 1 Oct. 1896 trad hij om dezelfde redenen af als hoogleeraar, waarna hij nog een paar jaar leefde, voortdurend lijdende en ongeschikt voor eenigen arbeid.
Gedurende de jaren 1859-1867 en 1878-1880 leverde Sänger als vaste medewerker aan het Nederl. Tijds. v. Geneesk. talrijke referaten en korte mededeelingen, en verder verschenen van zijn hand: Wat heeft men in andere landen voor de opleiding der vroedvrouwen gedaan ('s Grav. 1860, niet in den handel); Verslag van een bijna vier en veertigjarige praktijk in de Residentie in Ned. Tijds. v. Gen. 1862, 273; De keizerssnede bij levenden in ons vaderland; Eene geschiedkundige bijdrage in Ned. Tijds. v. Heel- en Verlosk. XIII (1863) 523; Verslag van de verloskundige kliniek aan de Hoogeschool te Groningen gedurende het jaar 1868 in Ned. Tijds. v. Geneesk. 1869, 365; het zelfde over het jaar 1869, ibid. 1870, 233, over 1870 en 71, ibid. 1873, 1; over 1872 en 73 ibid. 1874, 674; Eene kleine bijdrage tot de verloskundige bibliographie, ibid. 1870, 373; Handboek der verloskunde (Gron. 1873); Genezing van echino coccus der milt, medegedeeld door Prof. Rosenstein en Prof. Sänger te Groningen, Ned. Tijdschr. Gen. 1873, 229; Chloromethyl en Chloroform, ibid. 1874, 481; Zonder baarmoeder, ibid. 1877, 347; Exstirpatie van een haematometra in den rudimentairen hoorn van een uterus unicornis, ibid. 1879, 129; Castratie eener vrouw, ibid. 1879, 593; Exstirpatie der baarmoeder van uit de scheede, ibid. 1881, 261; Zur Entwickelungsgeschichte des Spondylolisthetischen
Beckens und seiner Diagnose. Boekaankondiging, ibid. 1882, 218.
Aan hem moeten ook worden toegeschreven de onder het pseudoniem ‘Regnas’ voorkomende Vingerwijzingen in de Gynaecologische literatuur van den dag in Ned. Tijds. v. Geneesk. 1881, 126, 343, 570, 801 en 890; 1882, 276, 377, 392, 717 en 824 en 1883, 110, 220.
Simon Thomas