[Salverda, Matthijs]
SALVERDA (Matthijs), geb. 7 Febr. 1840 te Appingedam en overl. 11 Juni 1886 te 's Gravenhage. Hij ontving zijn wetenschappelijke opleiding aan 't gymnasium te Nijmegen en a.d. hoogescholen te Utrecht en Leiden, in welke laatste stad hij 12 Juni 1863 promoveerde tot dr. in de wis- en natuurk. op een diss.: Vergelijkendontleedkundige aanteekeningen over Calotes, Cuv. Het volgend jaar werd hij benoemd tot leeraar a.d. voorbereidenden cursus v.d. Polytechnische school, een cursus in de eerste jaren van het middelbaar onderwijs noodig geacht, omdat de pas opgerichte hoogere burgerscholen toen nog geen leerlingen aan deze hoogste inrichting van het M.O. leverden. In 1866 zag Salverda zich benoemd tot hoogleeraar in de plant- en dierkunde a.d. hoogeschool te Groningen, welke betrekking hij tot 1872 vervulde. Tevens was hij in die jaren bij het schooltoezicht te Gron. werkzaam; want het onderwijs in al zijn vertakkingen trok ten allen tijde zijn bijzondere belangstelling. Van 1872 tot 73 was S. inspecteur van het L.O. voor de prov. Utrecht. Van 1873 tot zijn dood was hij inspecteur van het Middelb. Ond. voor de provincies N. Brab., Gelderl., Utrecht, Overijsel, Limb. en Zeeland, als opvolger van W.C.H. Staring. In dezen tak van dienst wijdde hij zich vooral aan het landbouwonderwijs; o.a. was de organisatie der Rijkslandbouwschool te Wageningen zijn werk.
In 1869 richtte hij met H. Bouman het tijdschrift voor opvoeding en onderwijs, de Schoolbode op, waarvan hij een viertal jaren redacteur bleef. Verder schreef hij: De beteekenis van Aristoteles voor de ontwikkeling der natuurlijke geschiedenis, de rede aarmee hij in 1866 zijn hoogleeraarsambt had geopend; Ons landbouwonderwijs, met een gelith. tabel (1869); Handleiding bij het onderwijs in de beginselen der dierkunde (1870; 6de dr. 1882 onder den gewijzigden titel Handl. bij het onderwijs in de beginselen der plant- en dierkunde); verder: Handleiding bij de beoefening van de kennis der natuur, ten dienste van onderwijzers enz. (1877-1882; de 2de dr. 1883 onder medewerking van J.J. Le Roy en H. Wefers Bettink); eindelijk: Natuurkundig lees- en leerboekje, ten gebruike op de lagere school (1878; 2de dr. 1882 onder den titel: Een en ander van dieren en planten voor de lagere school).