[Plaat, Antonius van der]
PLAAT (Antonius van der), te Leiden in 1605 uit doopsgezinde ouders geb., overl. te Oud-Ade 17 Aug. 1678. Hij deed op 15-jarigen leeftijd met een katholiek student een avontuurlijke reis naar Keulen en landde in het hollandsch college aan, waarvan Leonardus Marius president was. Daar verbleef hij 9 jaren, ging tot het roomsche geloof over, trad in den geestelijken stand en werd in 1629 priester gewijd. Van deze negenjarige studie droeg Frans Dusseldorp alle kosten, die dan ook bij het vertrek van Antonius naar Holland tot hem zeide ‘dat hij niemand anders een kushandje behoefde te geven dan aan hem alleen’. Zijne moeder was over het wederzien van haren zoon zeer verblijd maar wilde nooit over den godsdienst hooren spreken. Hij werd, als opvolger van Rombout Medenblick, pastoor van de wijd uitgestrekte statie Alkemade. Van de eene plaats trok hij naar de andere om zijn geestelijke bediening uit te oefenen, totdat hij eindelijk te Roelofarendsveen een huiskerkje bouwde en aan andere priesters gedeelten van zijn arbeidsveld afstond. Zijn zorg en vlijt om de verstrooide