[Petri, Carolus]
PETRI (Carolus), dominicaan, geb. in 1624, overl. 27 Oct. 1703. Hij nam in het klooster te Antwerpen ten jare 1643 het ordekleed aan en verwierf, na eenige jaren te Douai de philosophie en de theologie gestudeerd te hebben, het licentiaat. In 1665 werd hij pastoor te Rotterdam in de kerk aan den Steiger. In 1672 werd hij beschuldigd van medewerking aan den terugkeer van een apostaat, en dientengevolge gekerkerd, doch zijne onschuld bleek zoo spoedig, dat zijne gevangenschap slechts weinige dagen duurde. Daar de krachten hem, bij het klimmen der jaren, begonnen te begeven en de vergunning voor een jongeren medehelper in de geestelijke bediening steeds werd geweigerd, trok hij in 1694 naar zijn klooster te Antwerpen terug. In zijne laatste levensjaren hield hij zich onledig met de uitgave zijner preeken, welke in drie deelen, verschenen onder den titel: Conciones Thomisticae (Antw. 1693).
Zie: A.J.J. Hoogland, Dominicaner Statie te Rotterdam in Bijdr. Gesch. Bisd. Haarlem V, 288.
G.A. Meijer