werd voor hem de in 1838 te Schoonhoven beroepen predikant C.E. van Koetsveld, met wien hij, ook nadat deze in 1849 naar den Haag vertrokken was, steeds in vriendschappelijke betrekking bleef en van wien omstr. 75 groote en kleine uitgaven bij hem het licht zagen. Onder deze nemen de Schetsen uit de Pastorie van Mastland, waarvan v.N. nog op 83-jar. leeftijd persoonlijk den 10den druk bezorgde, de eerste plaats in. Verder de Gelijkenissen van den Zaligmaker in 2 dln.; de Oudejaarsavond (6de dr.); Godsdienstige en zedelijke Novellen (3 dln., 4de dr.); Snippers van de Schrijftafel (3de dr.), enz. Behalve eenige tijdschriften, als Maria en Martha, Stads- en Dorpsbibliotheek, Moeders schoot, De beoefenaar der Rekenkunde en De Volksschool; eenige jaarboekjes, als Almanak voor Holl. blijgeestigen (ruim 40 jaargangen) enz., gaf v.N. werken in het licht op rechtskundig gebied van de Witt Hamer, van Geuns e.a.; op genees- en natuurkundig gebied van Duflos en Hirsch, Gunning, Lubach en Logeman; op godsdienstig terrein van Willes, Uilkens, Ab Utrecht Dresselhuys, Clarisse, van Heyningen, Mevr. van Meerten, van Spall en Niermeijer; op letterkundig gebied van Elise van Calcar, Hoek, Herman de Ridder, Andersen en Auerbach; op 't gebied van kinderlectuur van Charente, de Rop, Louwerse enz. In later jaren verschenen bij
hem hoofdzakelijk boeken voor het lager-, middelbaar- en gymnasiaal onderwijs: wij noemen slechts de namen Pluygers, Mehler, van Vloten, Kok, de Hollander, van der Pijl, Cosijn, Pické, van der Hoeven, van Dale, Andriessen, Erhatz en Bosman, de Vletter, Wijma en Sander. Voor 't meerendeel beleefden deze uitgaven tal van herdrukken, enkele zelfs meer dan 20. Toen v. Nooten 1 Nov. 1885 zijn 50-jarige loopbaan herdacht, ontving hij van tal van vakgenooten bewijzen van waardeering, waarbij A.C. Kruseman als woordvoerder optrad, terwijl C.E. van Koetsveld hem een album schonk met bijdragen van alle toen nog levende auteurs, wier werken de jubilaris had uitgegeven. De Vereeniging ter bevordering van de belangen des boekhandels bood hem in 1892 om zijn uitnemende verdiensten het eerelidmaatschap aan.
Te midden van zijn drukke bezigheden als boekverkooper-uitgever vond v.N. toch den tijd om in de plaats zijner inwoning ook op ander gebied nuttig werkzaam te zijn. 50 jaren was hij penningmeester van het ‘Nut’, 40 jaren boekhouder van de ‘Spaarbank’, vele jaren lid van den gemeenteraad, lid van kerkelijke colleges, van de plaatselijke schoolcommissie, regent van het Weeshuis enz.
De fondsartikelen van v.N. gingen, voor zoover zij niet reeds vroeger door den eigenaar waren verkocht, in 1897 bij veiling aan andere uitgevers over. 1 Jan. 1865 had hij zijn boekhandel en drukkerij overgedaan aan zijn beide oudste zonen S. en W.N. van Nooten, waardoor de oprichter der zaak gelegenheid vond zich voortaan uitsluitend aan het uitgeven te wijden.
Zie: A.C. Kruseman, Bouwstoffen II, 635; de Amsterdammer, Weekbl. voor Nederland v. 27 Dec. 1896; De Nederl. boekdrukker 1897, 1ste afl. Nieuwsbl. voor den Boekh. 1885, No. 87 en 88, en 1896, 101; De Wekker v. 31 Oct. 1885; het Nieuws v.d. Dag v. 19 Dec. 1896 en de Nieuwe Rotterd. Courant v. 20 Dec. 1896.
Zuidema