[Nieuwold, Johannes Henricus]
NIEUWOLD (Johannes Henricus), geb. 17 Nov. 1737 te Gerkesklooster (gem. Achtkarspelen) en overl. 30 Juni 1812. Zijn vader, ook Joh. Henr. N. geheeten, was eerst predikant te Gerkesklooster, later te ten Boer en Hoogezand; zijn moeder, Jitia Jansonius, was een dochter van Toh. Jansonius, in 1707 als predikant te Veendam overl. Reeds op zijn 9de jaar werd hij op de latijnsche school te Appingedam gedaan, studeerde vervolgens te Groningen en Utrecht en werd in 1765 predikant te Heumen (Gelderl.), het volgend jaar te Oldeboorn en in 1772 te Warrega-Warstiens-Wartena (gem. Idaarderadeel). Hier vooral was hij ijverig werkzaam om het onderwijs der jeugd in zijn gemeente te verbeteren. Weldra werd zijn streven ook in wijderen kring bekend, zóó zelfs dat hij in 1799 van hooger hand werd aangezocht om als ‘agent van nationale opvoeding’ (minister van onderwijs) op te treden. Die eer was den bescheiden man te groot; de betrekking van schoolopziener in zijn gewest, hem in 1801 na de regeling van het onderwijs in dat jaar aangeboden, nam hij echter aan en volijverig heeft hij deze tot zijn dood toe waargenomen. Met raad en daad stond N. ten allen tijde de onderwijzers en het schoolbestuur ten dienste, zoodat hij met recht ‘als een der grondleggers van ons verbeterd schoolwezen’ wordt aangemerkt. Vooral heeft hij veel gedaan voor 't verkrijgen van een verbeterde spelmethode. In de Groote kerk te Leeuwarden werd in 1820 een wit marmeren monument te zijner eer gesticht. Groot is het aantal schoolboeken en kinderleesboekjes door Nieuwold geschreven. De voornaamste zijn: Handleiding om in korten tijd op een bevallige wijs meer kinderen tegelijk lezen en schrijven te leeren, en indien men wil, ook de eerste
beginselen der rekenkunst; verder: Iets voor een jong schoolmeester en Over alles een weinig of Kleine wereldkunde, waarvan in 1861 nog een 16de dr. verscheen; voorts Iets voor een kind over zijn vader en moeder (20ste dr. 1841); Voor een kind om zich zelven te leeren kennen (12 dr. 1855); Het is toch goed dat er vele menschen in de wereld zijn (21ste dr. 1852); Het voorjaar of de Lente (2de dr. 1829); De schoone natuur en de Heer der natuur. De nazomer en de herfst (8ste dr. 1840); Iets van God, voor een kind van 5 tot 6 jaar; De eerste geschiedenissen van het volmaaktste kind hetwelk eens op de wereld geweest is (5de dr. 1837); Het leven van Jezus voor meer gevorderden (2 dln.; nieuwe uitg. 1822); Spelend onderwijs, misschien het meest van alle bekend en meer dan een halve eeuw in gebruik gebleven; De geschiedenis van den godsdienst (2 dltjes; 2de dr. door H.W.C.A. Visser, 1815). Dezelfde gaf in 1822 ook in 't licht: Nagelaten verhandelingen van J.H. Nieuwold, 2 dln.
Zijn portret is gegraveerd door W. Nieuwhoff.
Zie: H.W.C.A. Visser, Herinneringen aan J.H. Nieuwold (1814) en C.F.A. Zernike, Paedag. Woordenboek (1905) in voce.
Zuidema