[Marle, Mr. Hendrik Rudolph van]
MARLE (Mr. Hendrik Rudolph van), geb. te Deventer 30 Dec. 1832, overl. op het Schol bij Deventer 27 Mei 1906, zoon van Mr. Hendrik Willem van Marle, notaris te Deventer, en van Carolina Ernestina Visser. Hij huwde te Deventer 25 Mei 1859 Henrica Judith Werndlij, geb. Deventer 7 Oct. 1834 overl. aldaar 23 Nov. 1905, dochter van Mr. Lodewijk Werndlij en van Geertruida Albertina Johanna Cock. Na aan het deventer athenaeum en aan de hoogeschool te Leiden en te Utrecht gestudeerd te hebben, werd hij in 1858 benoemd tot substituut griffier bij de arrondissements-rechtbank te Deventer. 4 Mei 1865 volgde zijn benoeming tot burgemeester van Deventer, welk ambt hij tot 29 Oct. 1882 bekleedde. Van 1882-1895 was hij kantonrechter te Deventer. Tevens was hij van 1873-1886 lid van de Provinciale Staten van Overijssel en van 1886-1901 lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
Als burgemeester van Deventer heeft hij al zijn groote gaven van hoofd en hart ten dienste der gemeente gesteld. Werkzaam als weinig anderen en overtuigd, dat voor de plaats zijner inwoning een belangrijke toekomst was weggelegd, was hem geen moeite te veel, waar het gold iets te bereiken, wat naar zijn meening Deventer ten nutte zou komen. De totstandkoming van de Locaal Spoorweg Mij. Willem III is vooral zijn werk geweest. Onder zijn burgemeesterschap werd verder o.a. een regeling getroffen tusschen de gemeente en de grootburgers inzake het gebruik der stadsweiden en kreeg de ontmanteling der vesting Deventer haar beslag.
Zie over hem: Raadsverslag 28 Mei 1906; idem 30 Oct. 1882; Deventer Courant 1 Juni 1906.
Kronenberg