district van Noord-Holland, curator van de lat. school zijner woonplaats, lid en later vice-president van 't collegie van regenten over het huis van arrest te Alkmaar, ouderling der herv. Gemeente aldaar, en later lid van 't classikaal bestuur; verder lid v.d. prov. commissie van landbouw voor Noord-Holland. In 1840 was hij lid van de Dubbele kamer der Stat.-Generaal tot herziening der grondwet, en van 1845-48 afgevaardigde van de Prov. Staten in de Tweede Kamer Stat. Gen. Als staatsman was hij de conservatieve beginselen toegedaan.
Van Leeuwen werd in 1847 lid v.d. Maatsch. der Ned. Letterk. Hij was gehuwd 24 Juni 1824 te Alkmaar, met Maria Jacoba van Vollenhoven, de laatste afstammelinge van Dr. Johannes van V., den hofprediker van den koningstadhouder Willem III (geb. 5 Jan. 1802 te Colombo, overl. 1 Febr. 1881 te Alkmaar).
Geschriften heeft de arbeidzame man weinig nagelaten; behalve zijn dissertatie nog een enkel opstel in de Bijdragen tot Regtsgeleerdheid en Wetgeving van den Tex en van Hall (1834), en een levensschets van Mr. J.A. Kluppel, pres. der alkmaarsche rechtbank, in de Levensber. Letterk. 1863, 75.
Zie: Levensber. Letterk. 1872, 245.
Zuidema