Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2
(1912)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 800]
| |
‘Arme-Weeshuis’ van Edam. Na een veelbewogen leven maakte zij kennis met Stoffel Muller (zie art.) in 1817, huwde met hem, en nam als zoodanig een groot aandeel in de leiding der z.g. ‘Zwijndrechtsche Nieuwlichters’. Na den dood van Stoffel Muller bleef zij nog eenigen tijd de leiding der zwijndrechtsche afdeeling behouden, maar bracht door haar propaganda van de vrije liefde scheuring in de broederschap, die dan ook op 6 Maart 1843 werd ontbonden. M.L. vestigde zich later op het Bethlehem-hofje te Leiden, en sloot zich aan bij de opkomende moderne richting. Zij schreef nog een artikel in het tijdschrift de Dageraad XVI (1853) 83; Hoe komt men tot de waarheid? en stelde het verhaal van hare lotgevallen op schrift. Deze mémoires zijn, vrij bewerkt, uitgegeven onder den titel: De Zwijndrechtsche Nieuwlichters (1816-1832) volgens de gedenkschriften van Maria Leer door D.N. Anagrapheus (Amst. 1892). Zie: G.P. Marang, De Zwijndrechtsche Nieuwlichters (Dordr. 1909). Marang |
|