[Krom, Nicolaas Johannes]
KROM (Nicolaas Johannes), zoon van den voorg., 16 Nov. 1827 te Gouda geb. en 12 Sept. 1908 als emeritus overl., werd in 1845 student te Leiden en in 1852 predikant te Biervliet, in 1876 pred. te 's Heer Hendrikskinderen bij Goes, in 1880 te Hilvarenbeek en in 1886 te Vechel in Noord-Brab. Hij beoefende inzonderheid de semietische talen, zoodat hij een der weinige predikanten was, die in aanmerking konden komen voor de Synodale Commissie tot een verbeterde vertaling van het Oude Testament. Hij schreef: Kan het ontstaan der Christelijke kerk niet worden verklaard zonder het geloof der discipelen aan de opstanding van Jezus? (1862); Wie zijn de ἅπαντες van Hand. II, 1 in Godgel. Bijdr. 1863; Het geloof der discipelen aan de opstanding van Jezus in Godgel. Bijdr. 1863, alsmede verschill. boekbeoordeelingen in genoemd tijdschr., jaarg. 1864 en 66. Voorts vindt men opstellen van zijne hand in Jaarboekje voor Nederl. vrijmetselaren (1872 e.v.).
Krom was gehuwd 1o. met Wilhelmina Adriana Vogel, uit Oudenbosch (in 1874 overl.), 2o. met mej. Wijnmalen uit IJzendijke.
Zie: Nagtglas, Levensber. van Zeeuwen I, 570.
Zuidema