[Krelage, Jacob Heinrich]
KRELAGE (Jacob Heinrich), beroemd tuinbouwkundige en bevorderaar van de bloembollencultuur, 1 Nov. 1824 te Frankfort a.M. geb. (de ouders, toen reeds vele jaren in Haarlem gevestigd, hielden daar tijdelijk verblijf) en 1 Dec. 1901 te Haarlem gest. Zijn vader, Ernst Heinrich Krelage, was in 1804 op 18-jarigen leeftijd uit Duitschland naar Holland overgekomen, waar hij na verloop van eenige jaren te Haarlem de handelsfirma stichtte, die nog altijd naar hem genoemd wordt en waarin de zoon in 1850, vijf jaar vóór 's vaders dood, als deelgenoot werd opgenomen. Na zijn eerste onderwijs op de school van Scholten te Haarlem ontvangen te hebben, studeerde de jonge K. eenige jaren te Frankfort a.M. in natuuren plantkunde, talen enz. en begon in 1844, op 20-jarigen leeftijd zijn handelsreizen naar Engeland, Frankrijk, België en Duitschland, die sedert een reeks van jaren door hem persoonlijk werden voortgezet. Weldra was de roem van het haarlemsche handelshuis zoozeer gevestigd, dat zelfs buitenlandsche vorsten Krelage's ‘Bloemhof’ aan den Kleinen Houtweg in de Spaarnestad met een bezoek vereerden. ‘Le roi du pays des Tulipes’, de koning van het tulpenland, werd K. soms genoemd. Toegerust met een buitengewone kennis van zijn vak, was hij heel zijn leven met den grootsten ijver werkzaam aan de bevordering der belangen van den tuinbouw en de bloembollencultuur. Vooral de veredeling van tulpen en hyacinten stelde hij zich ten doel, getuige zijn inrichting van een ‘wintertuin’, zijn expositie van zoogenaamde ‘pronkbedden’ en zijn bloemententoonstellingen in den Haarlemmer Hout, die altegader den naam der firma in het binnen- en buitenland voortdurend grooter maakten. In 1872 werd door
Krelage, in vereeniging met anderen, de Nederl. Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde opgericht, waarvan hij de eerste voorzitter en zijn leven lang de voornaamste bestuurder was. Ook in de Vereeniging voor bloembollencultuur ging de bezielende kracht van hèm uit. Al wat met de veredeling van bol- en knolgewassen in verband stond genoot zijn ondersteuning. In 1885 viel aan Krelage de eer te beurt, dat hij uitgenoodigd werd om bij afwezigheid van den voorzitter het eerste Internationale Tuinbouwcongres te presideeren. Van 1872-1887 was hij lid v.d. gemeenteraad te Haarlem.
Krelage is tweemaal getrouwd geweest: eerst, in 1850, met Christiane Henriette Plitt, en in 1870 met Albertine Dina Wilhelmina Schneither, die hem twee jaar later een zoon schonk, aan wien de leiding der firma eens zou worden toevertrouwd. Tal van onderscheidingen vielen den buitengewonen man ten deel, zoowel van vorsten in het binnen- en buitenland als van maatschappijen en vereenigingen. Een opsomming ervan vindt men in het eerste der onderstaande levensberichten, dat ook een volledig overzicht geeft van de vele geschriften door K. in verschillende tijdschriften geplaatst. De voornaamste dier tijdschriften zijn: het Maandblad voor Tuinbouw, Neerlands Plantentuin, de Tuinbouwcourant, Flora en Pomona, de Nederl. Tuinbouwgids, het Weekbl. voor Bloembollencultuur, Sempervirens,