met Maria Margaretha Dumont, geb. te Utrecht. In 1858 tot waarnemend rector aan de latijnsche school te Deventer benoemd, werd hij het volgend jaar leeraar aan het gymnasium te Zutphen, in 1862 directeur van het Instituut Kinsbergen te Elburg en in 1865 directeur der rijks hoogere burgerschool te Gouda, uit welke betrekking hij in 1902 eervol ontslag verzocht. Gepensionneerd, woonde hij de laatste jaren van zijn werkzaam leven te Utrecht, waar zijn oudste zoon, Dr. W.H. Julius, hoogleeraar was.
Zuidema