J.
[Jacobs, Hendrik]
JACOBS (Hendrik), vioolmaker te Amsterdam woonde in 1686 aldaar in de Sint Anthoniebreestraat, en maakte documenteel krijtertjes (pochettes), violen, alten en gamba's (deze laatste thans meest vervormd tot cello's). De grensjaren zijner werkzaamheid zijn 1660 (Cat. hist. tent. van Amsterdam 1876, nr. 3242) en 1708. Hij werkte naar het model van den ouden Amati (groot patroon), gebruikte roodbruinlak, legde in met balein en maakte het onderblad soms van palissanderhout. Veel zijner instrumenten zijn later van vervalschte italiaansche etiketten voorzien en komen als oude italiaansche violen in den handel voor. Authentieke etiketten zijn als controle-middel gefacsimileerd in Paul de Wit, Geigenzettel I (1902) nr. 195 (Ao. 1690); 1 2te Auflage (1910) nr. 201 (Ao. 1690), 202 (Ao. 1708); Bauer, Practical history of the violon (1911) pl. V.
Zie: Bouwsteenen reg; Navorscher 1874, 454; van der Straeten, La musique aux Pays-Bas V, 408; Cat. Snoeck (1903) 11 en 15; Amsterdam in de 17e eeuw: Muziekleven 107; Enschedé, Dertig jaren muziek in Holland 10; Fuchs, Taxe der Streich- Instrumente (1907) 174.
Enschedé