Juni 1785 in de rechten. Hij trouwde 23 Oct. 1785 te 's Gravenhage met Paulina Loeff Heshusius en vestigde zich in 1788 als advocaat te Dordrecht, was van 1795-1811 de laatste baljuw van Zuid-Holland en hoofdofficier te Dordrecht, benevens hoogheemraad van de Overwaard. In 1811 bekleedde hij het ambt van rechter van instructie bij de rechtbank van eersten aanleg te Rotterdam, waar hij ook de advocatuur uitoefende. Hij werd in 1813 commissarisgeneraal van politie in de door de Franschen verlaten provinciën en dijkgraaf van Schieland. Van 1829-1837 was hij lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Zijn portret werd geschilderd door C. Cels en door L. Springer in steen gebracht.
Zie: Bronnen Gesch. Rott. I; Rott. Historiebl. II, 349 en 384; Vorsterman van Oyen, Stam- en Wapenboek.
Wiersum