[Hoepstock, Mathijs Jansz.]
HOEPSTOCK (Mathijs Jansz.), geb. 1565 of 1566, overl. te Rotterdam 1 Mei 1630, vinden wij meermalen onder de schippers of commandeurs der Noordsche Compagnie vermeld. Reeds in 1614, het jaar der oprichting, wordt Mathijs Jansz. schipper genoemd op het schip, dat voor Rotterdam aan de walvischvangst deelnam en in 1616 komt hij met den toenaam ‘Hoepstock’ als kapitein op het schip ‘De Witte Swaen’ voor, dat eveneens voor Rotterdam was uitgevaren. Naar hem werd een baai op Spitsbergen ten noorden van de Hinlopenstraat, op het zoogenaamde Noordoosterland, ‘Hoepstockbaai’ geheeten en de vennootschap, welke bovengenoemd schip had uitgerust, droeg. naar hem ook wel den naam van Groenlandsche Compagnie van Hoepstock. Later treffen wij den oud-commandeur als handelaar in teer en pik aan in het huis ‘De Teerhof’ in de Hoofdsteeg, als opvolger van Adriaen Henricxsz., met wiens dochter Maritge hij gehuwd was.
Zie: Muller, Gesch. Noordsche Comp. (1874) 371, 374, 430; Archief van de Weeskamer te Rott. (Rott. 1907) no. 413 fol. 123 en no. 1007; Zorgdrager, Groenlandsche visscherij (Amst. 1720) 79 (waar op de kaart van Jan Mayeneiland de Hoepstocksbaai wordt aangegeven) en 179.
Moquette