of den Trotzen Dwinger (Amst. 1664, 2de dr. Amst. 1669), naar het spaansch van Lope de Vega; Aurora en Stella of zusterlijcke Kroon-zucht (Amst. 1665), naar het spaansch van Calderon de la Barca, en in het duitsch als Aurora und Stella vertaald; Agrippa, Koning van Alba of De Valsche Tiberinus (Amst. 1669), naar het fransch van Ph. Quinault; Den Dullen Ammirael, of Strijt om d'Eer (Amst. 1670), naar het spaansch van Lope de Vega, en Alcinea of Stantvastige Kuysheydt (Amst. 1671), die alle op den Amst. Schouwburg vertoond werden, maar in geenerlei opzicht letterkundige waarde bezitten. In den strijd tusschen de schouwburgregenten en de leden van ‘Nil Volentibus Arduum’ stond hij aan de zijde der eersten, aan wie ook de opdracht zijner Agrippa, waarin hij de leden van N.V.A. heftig aanviel, gericht was. Het stuk werd door de bentgenooten oververtaald en ook zijn Dullen Ammirael zijdelings gehekcld in hun Dichtkunstig onderzoek en oordeel over het Treurspel van Orondates en Statira (d.i. de voorrede vóór hun bewerking van J. Blasius' Orondates en Statira). De Graef's spreuk was: ‘Al voor een ander’.
Zie: J.B. Elias, De vroedschap van Amsterdam (1905) II, 656.
Ruys