[Erpo]
ERPO, abt van Kloosterrade (Rolduc) te Kerkrade, Limburg. Hij was geboren te Maastricht en werd in 1141 tot abt gekozen en gewijd. Hij bouwde bij de abdij eene woning voor zusters en stichtte in 1145 te Scharn bij Maastricht een nieuw vrouwenklooster, dat aan de abdij onderworpen bleef. In 1151 aanvaardde hij het bestuur van een ander vrouwenklooster, dat door Leo, een monnik der abdij Kloosterrade, gesticht was te Hoydonk bij Nederwetten in Noord-Brahant. In 1143 zette hij den bouw voort der abdijkerk en verlengde ze van den dwarsbeuk af naar het westen met drie travées, waarvan hij er twee overwelfde. Tien jaren later liet hij daktegels bakken ter vervanging der stroodaken van de kerk en van de overige gebouwen der abdij. Onder zijn bestuur bereikte de abdij een hoogen graad van bloei, haar goederenbezit nam zeer toe, vooral door de prediking van den tweeden kruistocht, en in 1152 schreef een der monniken de voor de geschiedenis van Zuid-Limburg zoo belangrijke Annales Rodenses, welke voortgezet werden tot 1157. Het jaar van Erpo's overlijden is onbekend. Hij leefde nog in 1178.
Zie: Annales Rodenses en N. Heyendal Continuatio Annalium Rodensium, ed. E. Lavalleye (deel VII (1852) der Histoire du Limbourg door S.P. Ernst) 52-68, 69-73; idem, ed. Pertz in Mon. Germ. Hist. SS. XVI (1859) 715-723; G.D. Franquinet, Beredeneerde inventaris der oorkonden en bescheiden van de abdij Kloosterrade (Maastricht 1869) 9-32; R. Corten, Rolduc in woord en beeld (1902) 85-86.
Goossens